zaterdag 5 december 2015

De spannendste les van het jaar!

Ik ben een tijdje uit beeld geweest door alle drukte. Nu vond ik toch dat ik het jullie verschuldigd was om een bericht te schrijven over mijn WPA-les.
Ten eerste, Denise, wat is een WPA-les? WPA staat voor WerkPlek Assessment. Dure woorden. In feite moet ik een lesje geven voor mijn groep 6 en een assessor (een docent van de opleiding) komt kijken hoe ik het doe. Aan de hand van een beoordelingsformulier moet hij bij allerlei dingen aankruisen of ik hier wel of niet aan voldoe, en in welke mate (driepuntschaal). Het beoordelingsformulier bevat dingen als 'boeit de leerlingen door passend lesmateriaal te gebruiken' en 'is nieuwsgierig naar de ideeën van kinderen'.
Na eeuwige (stressvolle) voorbereiding, was het dan eindelijk zo ver. Ik begroet mijn assessor en laat hem de klas in. De kinderen zijn er nog niet; die spelen nog buiten. Gelukkig had ik al een keer kennisgemaakt met mijn assessor, en voelde ik mij prima op mijn gemak bij hem. We kletsten wat en ik zette alvast mijn PowerPointje klaar. 'Doe maar alsof ik er niet ben, hè,' was de mantra van mijn assessor. Prima. Ik zal m'n best doen.

Als de kinderen zijn binnengekomen, krijg ik ze stil door af te tellen en begint mijn WPA-les officieel. Ik vertel een stomme anekdote die ervoor zorgt dat de kinderen op het puntje van hun stoel zitten. Ze lachen om mijn stomme grapje en ik lees een zelfgemaakt gedicht voor. Dit probeer ik met lekker veel stemvariatie en gepaste rusten te doen. Eerder had ik namelijk feedback gekregen over mijn intonatie tijdens het voorlezen van een gedicht. Vingers schieten omhoog voordat ik überhaupt heb gevraagd wat voor soort gedicht dit is. 'Een rondaal?' Eigenlijk moet ik lachen, maar dat is natuurlijk lullig. 'Ja, je had het bijna goed. Een rondeel. Leuk dat je dat nog hebt onthouden van de vorige keer!' Ik kijk de klas rond en zie iedereen goedkeurend knikken. Dan vraag ik wat ook alweer de regels zijn van een rondeel. Eén meisje weet wel ongeveer wat de bedoeling is, maar benoemt niet de goede regels. Ik keur het goed en geef haar een compliment. Een ander meisje kijkt naar de muur, waar allerlei rondelen van de vorige keer hangen. Daar haalt zij de regels uit. Ik zie dat mijn assessor achter haar zit te lachen. Of toch niet, want hij is er niet.
Ik complimenteer haar ook, en leg nog één keer zelf de regels uit aan de hand van een PowerPointdiaatje. Ik vertel de kinderen dat zij nu zelf lekker aan de slag mogen, en dat doen zij gelijk. Ik geef ze de vrijheid om even een minuutje te rommelen om pen en papier te pakken. Zonder dat ik verder iets zeg, wordt het stil. Ze zijn allemaal gelijk hard aan het werk! Wat prachtig! Wat mooi!

Ik loop als een razende door de klas. Dit idee was niet helemaal praktisch uitgedacht, denk ik. De kinderen zijn lief hoor, daar niet van. 't Is alleen een beetje veel gedoe. Ik had de kinderen verteld dat
zij hun kladgedicht moesten laten zien aan mij, voordat zij hem op het mijterblaadje mochten schrijven. Dat deden zij uiteraard allemaal braaf. Ik hoor vijf kinderen door elkaar. 'Juf ik ben klaar'. 'Oké, heel fijn. Ik kom zo bij je!' O ja, bedenk ik me. Ik moest tijdens het instrueren natuurlijk ook vertellen wat de snelle kinderen konden doen als zij klaar waren. Niet aan gedacht. Zoals vaker. Mijn common mistake. Gelukkig kan Juf mij helpen, en vertelt zij de kinderen tussendoor dat zij in hun Sinterklaasboekje kunnen werken. Dank-je-wel.
Na het nakijken van ik weet niet hoeveel gedichten, moet ik het toch echt gaan afronden. De les moest maximaal dertig minuten duren. Ik laat drie kinders hun gedichten voorlezen, wat zij heel leuk vinden. Ik deel complimenten uit. De kinderen zijn enthousiast en willen allemaal hun gedicht voorlezen. Een meisje steekt haar vinger op. Ik wijs haar aan om nog haar gedicht voor te lezen. 'Ben je al helemaal klaar?' 'Eh nee, nog niet helemaal.' Hoe wil je dan je gedicht voorlezen? Is de vraag die ik haar in mijn hoofd stel. In werkelijkheid vertel ik haar dat zij hem dan later mag voorlezen als-ie helemaal af is. Vindt ze goed.

Na deze heerlijke les, moet ik ook nog reflecteren. Ik krijg even de tijd om aan de hand van het beoordelingsformulier (kopje 'Reflectie') wat steekwoorden op te schrijven. Ik vertel wat over de les, hoe ik vond dat het ging. Mijn assessor vertelde mij hoe hij vond dat het ging, en zo kletsten we gewoon een beetje over het leukste beroep in de wereld. Aan het eind telde mijn assessor de punten op. 'Wow, 68 punten,' zegt-ie. Ik kijk hem met een lege blik aan. Geen idee wat 68 punten inhoudt. 'Dan kom je uit op een 9,5.' Ik probeer mijn glimlach te onderdrukken, maar dat is uiteraard lastig in zo'n situatie. 'Ja, misschien heb ik verkeerd geteld. En dat cijfer is ook maar een beetje een richtlijn. Maar denk maar aan een cijfer tussen de 9 en de 9,5.' Ik schud hem tevreden de hand en kom grijnzend het lokaal vol verwachtingvolle kinderen binnen.

Afbeelding