woensdag 14 oktober 2015

Dag 4: Het onderwerp en de bieb

Nou, daar ga ik weer. Ik sta voor de klas. Wat ging ik ook alweer zeggen? Ik scheld mezelf uit in m'n hoofd omdat ik van tevoren nooit bedenk wat ik precies wil gaan zeggen. Dan begin ik maar gewoon met praten... 'Jullie hebben al heel wat met ontleden gedaan, maar vandaag gaan we leren "wie het doet" in een zin.' Ja, en wat nu verder? Goh, wat dom van me. Maar het lijkt wel alsof de woorden gewoon uit me worden gezogen door juffenkracht. Ik praat wat, en deel een puzzel uit die ik geheel zelf heb ontworpen. Die maken ze stilletjes, wat ik heel leuk vind. Alle kinderen die klaar zijn gaan enthousiast met hun vingers omhoog zitten (niet echt de bedoeling, maar ach) en al snel is iedereen klaar. We bespreken de puzzel en ik maak het bruggetje van "wie het doet" naar "het onderwerp". 't Is wat. Ik leg de kinderen uit wat ik moet uitleggen, en bespreek in een heel rustig tempo de opdrachten. Dit gaat eigenlijk best goed! Dan gaan de kinderen aan het werk en zie ik dat iedereen dezelfde fout maakt. "De bijen vliegen in het rond". Onderwerp? "Bijen"! Nee, kinders, zo moet het niet! De juf adviseert mij om de opdracht nog even terug te pakken en nu gelijk te bespreken. Dat doe ik, en ik geloof dat de kinderen het nu doorkrijgen. 'Het is dus dé bijen, en niet alleen bijen.' De kinderen gaan weer aan de slag en al snel is de les voorbij. Mijn uitlegtempo ging goed, de betrokkenheid van de leerlingen was prima. Ik had alleen wat vaker "wie het doet" en "het onderwerp" moeten zeggen om het kwartje echt te laten vallen. Bij het nakijken zie ik gelukkig dat de meeste kinderen de opdrachten goed hebben gemaakt.

's Middags gaan we iets heel leuks doen! Onder het mom van de kinderboekenweek, gaan we naar de bibliotheek op het stadsplein! Er is een extra moeder mee, zodat de kinderen goed begeleid de
bibliotheek in lopen. Ze vinden het natuurlijk allemaal reuze-interessant. Hierdoor is het lastig om de opdrachten goed uit te leggen. Als de juf er toch in is geslaagd alle opdrachten uit te leggen, gaan de kinderen op ontdekkingstocht. Wat mooi om te zien; de kinderen zijn allemaal goed bezig. Behalve één jongen! Die zit met zijn handen voor zijn gezicht in een hoekje. Ik kom bij hem zitten. 'Hoe is 't man?' 'Nou, niet zo goed, want mijn maatje zei de hele tijd dat ik het fout deed, dus ik hoef 'm even niet meer te zien.' Stom... Hoe zet je deze jongen nu weer aan 't werk? Terwijl ik met hem doorpraat, gaan mijn hersenen alle kanten op. 'Weet je wat? Wat jij gaat doen is nu een boek opzoeken dat jij leuk vindt! Schrijf daarvan de titel en de schrijver op, en teken het pictogrammetje wat erbij hoort. Dan ben ik tevreden!' Jongen gaat op onderzoek uit, ik bemoei me weer met andere kinderen, met een schuin oog op de jongen.
Verdorie, hij heeft nog steeds geen boek gevonden. Ik ga met hem de rekken langs, op zoek naar het 'smiley pictogrammetje'. 'Ik hou gewoon heel erg van humor,' is het argument. Prima. Uiteindelijk was er precies één boek te vinden met de smiley, waar hij dolgelukkig mee was. Daarna heeft hij nóg twee opdrachten uitgevoerd. Het smileyboek heeft hij gereserveerd, zodat hij die thuis nog eens kan lezen. Motiveren? Check!

Plaatje: Bibliotheek

1 opmerking: